Mythes

Mythe 1 : Een Ragdoll kan niet springen en is een mis-bas kat, dus een kat die beneden op de grond leeft !

Ragdolls kunnen wel degelijk springen, maar sommigen zijn liever lui dan moe en proberen dan hun eigenaar zover te krijgen dat ze hen overal opzetten. Hier is het bewijs een foto van TICA Champion Alter Calaquendi Dolls Supernova Kira  dat Ragdolls wel degelijk kunnen springen.

 
Mythe 2 : Ragdolls zijn anti-allergisch !
Ragdolls kunnen bij personen die er aanleg voor hebben wel degelijk voor allergenen zorgen en zijn dus niet geschikt voor personen met een allergie voor katten.  Het komt spijtig genoeg af en toe wel voor dat mensen zich niet bewust zijn van een allergie.  Mensen met een ongekende allergie die opgroeiden met voornamelijk buitenhuis levende katten, kunnen wanneer ze een binnen huis levende kat adopteren veel last krijgen van een allergie.
 
Mythe 3 : Ragdolls voelen geen pijn !
Ragdolls voelen wel degelijk pijn en zullen wel degelijk het uitgillen van de pijn als je per ongeluk op hun poten trapt.  Ze kunnen soms wel heel veel dingen toelaten en tolereren van bijvoorbeeld kleine kinderen.  Dat maakt Ragdolls ook kwetsbaarder.
 
Mythe 4 : Ragdolls verliezen bijna geen haar !
Ragdolls zijn halflangharige katten.  Kittens verliezen geen haar tot ze hun kittenvacht omruilen voor een volwassen vacht. Eens ze ruiven, verliezen ze veel haar.  De ruiperiode kan wel aanzienlijk verkort worden door bijvoorbeeld velcote te gebruiken.
 
Mythe 5 : Ragdolls moet je niet kammen !
Bij de Ragdolls zien we verschillende vachtlengtes en diktes.  De gemakkelijkste vachtjes die weinig kambeurten vereisen zijn bij kittens herkenbaar vanaf 8 à 12 weken.  Zelfs bij hen is het belangrijk dat ze van jongs af aan gewend geraken aan een regelmatige kambeurt.  Dit voorkomt problemen op senior leeftijd.  Bij senior Ragdolls zie je af en toe een veel dikkere, langere en stuggere vacht.  Naarmate de vacht droger wordt bij het ouder worden, is de kans op klittenvorming groter. 
De boodschap hier is dus om je kitten van jongs af aan te wennen aan een regelmatige (wekelijkse) kambeurt.  Dat hoeft echt niet alle dagen, maar door bijvoorbeeld een kam of borstel een plekje geven in de buurt van de salontafel, ligt de kam of borstel altijd binnen handbereik.  Door je lieverd te verwennen met iets lekkers na de kambeurt, leren ze de kambeurt te associeren met iets positiefs.